Acupunctuur

Acupunctuur is een onderdeel van de Traditionele Chinese Geneeskunde (TCG). De Engelse term is ‘Traditional Chinese Medicine’ (TCM). Acupunctuur kent een eeuwenoude geschiedenis. In de strijd tegen ziekten was er al sprake van medische gebruiken door de Chinese voorvaderen. In het Stenen en Bronzen tijdperk werd bijvoorbeeld al gebruik gemaakt van stenen of bronzen instrumenten. Een voorbeeld hiervan is ‘Bian’, het werken met stenen met een scherpe punt. Deze stenen worden doorgaans beschouwd als de voorloper van acupunctuurnaalden.

Lichaam en geest zijn een geheel

Volgens de Traditionele Chinese Geneeskunde functioneren lichaam en geest als één geheel, verbonden door meridianen (energiekanalen). De mens is een onlosmakelijk onderdeel van zijn omgeving. Lichamelijke, emotionele en mentale ontwikkelingen hangen met elkaar samen. Klachten staan dan ook nooit op zichzelf, maar zijn een uiting van een verstoring in de energiebalans. De veroorzakende factoren van deze klachten worden ook in hun geheel in verband gebracht met de omgevings- en voorouderlijke factoren. Door middel van acupunctuur kan het evenwicht worden hersteld.

De term ‘acupunctuur’ komt uit het Latijn: ‘acus’ betekent naald en ‘pungere’ betekent steken. Acupunctuur betekent dus ‘punteren met een naald’. De acupuncturist plaatst dunne steriele naalden op bepaalde acupunctuurpunten in uw lichaam. Door middel van goede naaldtechnieken wordt de energiestroom van Yin en Yang beïnvloed en ontstaat er een betere verdeling van levensenergie, ook wel Qi genoemd. Op deze manier komt het lichaam weer in balans.